De wereld kreeg in januari 2020 te maken met COVID-19. Wat volgde was een periode van grote onzekerheid, kwetsbaarheid en angst. Op het hoogtepunt van de pandemie voerde Erwin Thomasse Turn Panic Into Magic uit op uitnodiging van het Van Abbemuseum te Eindhoven. Het project bestaat uit vijf lichtbakken, een grote lichtinstallatie en een sociale component. De zin Turn Panic Into Magic staat in het geheel centraal: voor sommigen een sprankje hoop, voor anderen een oproep tot actie.
In een gesprek verstond Thomasse iemand verkeerd en zo werd de spreuk Turn Panic Into Magic uit een misverstand geboren. De toevallige vondst resoneerde met Thomasse die geïntrigeerd is door de kracht van slogans en symbolen. Hij beziet ze kritisch als onderdeel van een op Amerikaanse leest geschoeide consumptiecultuur. Dit type kort en krachtige tekst is effectief om kernachtig een boodschap over te brengen om de consument zo snel mogelijk te engageren. Taal wordt zó efficiënt ingezet dat ruimte voor diepgang of nuance ontbreekt. Turn Panic Into Magic schuurt ook dicht aan tegen het semi-poëtische of pseudo-spirituele vocabulaire van de welzijnscultuur en heeft een hoog Live, Love, Laugh-gehalte. Drie woorden die voor velen de warmte van het goede leven bondig samenvatten, maar voor anderen symbool staan voor oppervlakkige wansmaak. Social media hebben de honger naar soortgelijke uitspraken aangewakkerd. We willen graag vertraging, bezinning en betekenis, maar wel zo snel mogelijk. Porren in religie, bijgeloof en dit soort spiritualiteit doet Thomasse graag.
De slogan is gedeeltelijk een persiflage op de welzijnscultuur uit de koker van een nuchtere Brabander, maar tegelijkertijd wil Thomasse ook minder cynisch naar de tekst kijken. “Ergens geloof ik er echt in.” Turn Panic Into Magic spreekt tot de verbeelding. De gebiedende wijs wil de lezer aanzetten tot het omzetten van paniek in magie; een transformatie van iets pijnlijks tot iets onvoorstelbaars. De slogan heeft geen verleden en als lege drager wordt de tekst gedurende het project in verschillende contexten geladen met betekenis. Thomasse vergelijkt het proces met het meedragen van een supportersvlag, een fenomeen dat hij onderzoekt in relatie tot de hooligancultuur. “Zo’n object is een symbool. Er wordt mee geleefd en krijgt daar betekenis door. Objecten laden op door hoe ze behandeld worden en gaandeweg krijgen ze gewicht en een geschiedenis.”
Het effect van de maatregelen tegen covid was vooral in de avonden voelbaar. De Brabantse straten die door Guus Meeuwis bejubeld worden omdat daar altijd nog licht brandt, waren dankzij lockdowns en avondklokken donker en stil. Het licht brandde ook in Eindhoven alleen nog in huizen: culturele instellingen en horeca werden voor de veiligheid regelmatig gesloten. In het voorjaar van 2022 straalt de tekst Turn Panic Into Magic in grote lichtgevende letters op het dak van het Van Abbemuseum als een optimistische wensgedachte voor een complexe tijd, maar volgens Thomasse ook als ode aan een stad die telkens weer het onmogelijke voor elkaar krijgt. Als een hoopvol baken schijnen de letters over het centrum van Eindhoven: het licht pulseert op het ritme van een ademhalingstechniek waarmee paniekaanvallen bezworen kunnen worden. Twee en een halve seconde in, vijf seconden uit, twee seconden rust en opnieuw… Thomasse helpt Eindhoven door een mondiale paniekaanval heen ademen, maar het werk raakt aan meer dan alleen covid.
De pandemie was een gedwongen adempauze voor een hijgerige maatschappij. Naast alle ellende leverde het kortstondig rust, samenhorigheid en ruimte voor bezinning op. We zaten plotseling wereldwijd in dezelfde situatie en de pandemie leek een kans voor verandering: een potentieel mondiaal kantelpunt. Het voortdenderende kapitalisme remde af en zou plots een afslag naar links of rechts kunnen nemen. De lege straten waren het perfecte blanco canvas voor protest: na de dood van George Floyd in Amerika trok een golf Black Lives Matter-protesten door de westerse wereld; klimaatactivisten zagen een kans toen de verstoorde productieketen goed bleek voor het milieu; het woningtekort werd prangender dan ooit toen iedereen gedwongen binnen zat en allerlei andere onvrede over de gevestigde politiek verzamelde zich in de protesten tegen het covidbeleid. Maatschappelijke onrust was in sommige gevallen pure baldadigheid – zeker ook in Eindhoven waar demonstraties snel omsloegen in rellen – maar in de meeste gevallen lag er een gedeelde en oprechte frustratie met de status quo aan ten grondslag. Zodra het huidige systeem begon te wringen, leek er een kans te ontstaan om frictie om te zetten in een tot voor kort onvoorstelbare (r)evolutie. In dit licht krijgt Turn Panic Into Magic de kracht van een politieke strijdkreet die oproept tot verandering.
Thomasse is altijd geïnteresseerd geweest in de esthetiek van de burgerlijke ongehoorzaamheid. Zijn artistieke carrière is gestart in de graffitiscene van Eindhoven, maar van de typische beeldtaal en onderliggende subculturele regels heeft hij zich al lang geleden losgemaakt. De achterliggende mentaliteit die aanzet tot al dan niet illegaal (artistiek) handelen drijft Thomasse wel nog steeds. Het zegt veel over de tussenpositie waar zijn werk uit voorkomt die hij beschrijft als “te straat voor het museum en te museum voor de straat.” Identificatie met degenen die de publieke ruimte gebruiken om een eigen geluid te laten horen zit diepgeworteld. Verzet, protest en rellen zijn dan ook terugkerende thema’s in zijn oeuvre.
De esthetiek van het engagement van de afgelopen jaren is volgens Thomasse te vinden in de vlucht van geworpen stenen, gebarsten ruiten, glasscherven en winkels die etalages afdekten met houten schotten. Deze beeldtaal is voor Thomasse de culminatie van de tijdsgeest die hij samenbracht in vijf lichtbakken. Een houten behuizing refereert aan de beschermende schotten en de voorzijde bestaat uit gewapend en gezandstraald veiligheidsglas waarbij de tekst Turn Panic Into Magic is uitgespaard. Het gehanteerde lettertype is geen bestaand font maar werd ontwikkeld door Thomasse (in samenwerking met Baschz Vandewater en Michiel Schuurman) om daarmee de betekenis van de typografie te minimaliseren. Het licht aan de binnenzijde van de lichtbakken ademt ook mee met het kalmerende ritme dat Thomasse uit een YouTube-video haalde. Het strakke object straalt rust uit, maar de voorzijde is met geweld toegetakeld en het geharde glas zit vol sterren en barsten.
In het Van Abbemuseum zijn de lichtboxen onder elkaar geplaatst in een strak witte museumzaal. Ze vinden binnen de muren van het instituut voor moderne en eigentijdse kunst weerklank in de formele beeldtaal van de minimal art, de conceptuele kunst van Lawrence Weiner of de wereld van commercie en media zoals die in het text-based oeuvre van Jenny Holzer vorm krijgt. Thomasse is door het Van Abbemuseum uitgenodigd om vanuit zijn artistieke praktijk te reflecteren op de collectie van het museum. “Ik heb me de taal van die kunst eigen gemaakt, maar heb daar mijn eigen verhaal mee verteld.” Het gehavende glas van de boxen doet aan deze wanden vermoeden dat iemand een collectiestuk heeft aangevallen. Is het een verzet tegen dit specifieke kunstwerk? Een oproep voor de omverwerping van de schone kunsten en het instituut dat kunst bestaansrecht geeft? Of pure baldadigheid? Wederom wordt het werk geladen met nieuwe connotaties.
Voor Thomasse moet het werk ook leven buiten het museum dat tijdens de lockdowns regelmatig gedwongen de deuren heeft gesloten. Bezoekers konden zich tijdens de tentoonstelling inschrijven om tijdelijk één van de lichtbakken te adopteren: voor een periode van een maand wordt het geplaatst in een ruimte naar keuze. In de ingeleverde motivaties wordt paniek vaak opgevat als een persoonlijke mentale of emotionele strijd of gekoppeld aan de maatschappelijke onrust. Een moeder beschrijft haar zoontje die in de gebarsten ruiten na de rellen in Eindhoven overal spinnenwebben ziet, een ander de collectieve handeling van het gezamenlijk opruimen van glasscherven op straat na de rellen. In de magie leest men troost, genezing of creatie. Een communicatiebureau wil werknemers motiveren; een school wil afstuderende leerlingen kalmeren; een designopleiding wil studenten inspireren en een psycholoog wil patiënten troosten. De lichtbakken zijn tot dusver op vijftien verschillende locaties geplaatst: in particuliere woonruimtes en openbare plekken als het gemeentehuis, een boekhandel, een café, een bakkerij en een zorginstelling. Thomasse droomt nog altijd van de kans om het werk te plaatsen in een politiebureau, de interreligieuze gebedsruimte van vliegveld Eindhoven, het PSV-stadion en een winkel waarvan de ruiten tijdens de rellen gesneuveld zijn.
De reizende kunstwerken slaan bruggen tussen individuen en instellingen die voorheen niet verbonden waren. Thomasse benadrukt daarmee het bestaan van talloze onzichtbare netwerken en connecties die we moeten koesteren: de sociale component van het project is bedoeld als verbeelding van dat gegeven. Het refereert ook aan de rol die internet gespeeld heeft bij het onderhouden van relaties of het vinden van gelijkgestemden in protestbewegingen of complottheorieën. Bestaande sociale verbanden stonden onder druk, maar solidariteit leek tegelijkertijd op onverwachte plekken tot bloei te komen. Inmiddels heeft de World Health Organisation in september 2022 uitgesproken dat het einde van de pandemie in zicht is. Het lijkt weer business as usual, maar veel problemen die de afgelopen periode bij protesten aan de oppervlakte zijn gekomen, zijn nog niet opgelost; de wereld piept en kraakt nog steeds. Laten we het gevoel van solidariteit en het vertrouwen dat alles anders kan niet kwijtraken. Thomasse bevestigt dat we gezamenlijk het onvoorstelbare waar kunnen maken. We houden tot die tijd onze adem in.
In January 2020, the world encountered COVID-19. What followed was a period of great uncertainty, vulnerability and fear. At the pinnacle of the pandemic Erwin Thomasse produced Turn Panic Into Magic, commissioned by the Van Abbemuseum, Eindhoven. The project consists of five light boxes, a large light installation and a social component. The phrase Turn Panic Into Magic is pivotal: for some it stands for a sliver of hope, for others it’s a call to action.
During the course of a conversation, Thomasse misunderstood what was being said, and the saying Turn Panic Into Magic came to be. This accidental discovery resonated with Thomasse, who is intrigued by the power of slogans and symbols. He regards them critically, as an element of American consumer culture. This sort of punchy phrasing is effective in concisely conveying a message, and engages the consumer immediately. Turn Panic Into Magic is a close cousin to the semi-poetic or pseudo-spiritual vocabulary of wellness culture and scores high on the ‘Live, Love, Laugh’ scale. For some, these three words neatly express the warmth of the good life, while for others they stand for superficial bad taste. Social media has fuelled the hunger for similar statements. We want slow, reflective and meaningful – but as quickly as possible. And so, Thomasse pokes at religion, superstition and spirituality of this kind.
The slogan is partly a parody of the wellness culture from the lens of a salt-of-the-earth Brabant local, but at the same time Thomasse wants to consider the words with less cynicism . “I somehow really believe in it.” Turn Panic Into Magic appeals to the imagination. The goal is to compel the reader to alchemise panic into magic; a transformation from something painful to something so extraordinary you couldn’t even make it up. The slogan has no past, and as an empty carrier its words can be overlaid with meaning in different contexts during the project. Thomasse compares the process with bearing a football fan’s flag, a phenomenon that he researches in relation to hooligan culture. “An object such as this is a symbol. It must be experienced, and that’s how it acquires meaning. Objects collect their significance through how they are handled, and gradually they bear weight and carry a history.”
The effect of the regulations around COVID was mostly felt in the evenings. The brightly lit Brabant streets that Guus Meeuwis famously warbled on about – because they constantly burnt bright – were dark and still, thanks to lockdowns and curfews. The only lights on in Eindhoven were in the houses: cultural institutions and the entire hospitality industry were regularly shut down for safety reasons. In the Spring of 2022, Turn Panic Into Magic shone out in clear bright lettering on the roof of the Van Abbemuseum, like a beacon for optimism in these complex times. But, according to Thomasse, it was also an ode to a city that continues to achieve the impossible. Like a hopeful beacon, the letters shine over the centre of Eindhoven: the light pulsates to the rhythm of a breathing technique designed to treat panic attacks. Two and a half seconds in, five seconds out, two seconds pause and repeat … Thomasse helps Eindhoven breathe through a global panic attack, but the work touches more than just COVID.
The pandemic was a forced catching of the collective breath, for an out-of-breath society. Misery aside, the pandemic provided short-term peace, togetherness and space for reflection. We suddenly found ourselves all in the same situation, world-wide. And the pandemic looked like a chance for change: a potential global tipping point.
The relentless tide of capitalism slowed down, threatening to take a sudden left or right. The empty streets were the perfect blank canvas for protest: the death of George Floyd in America caused a wave of Black Lives Matter demonstrations to swell across the Western world; climate activists saw an opportunity when interrupted production chains turned out to be a positive for the environment; the housing shortage became more pressing than ever when everyone was forced to stay in, and combined with disenfranchisement with established politics it all culminated in the anti-COVID regulation movement.
Social unrest in some cases was pure rowdiness – certainly in Eindhoven where demonstrations turned quickly into riots. But in most cases it was based on a shared and genuine frustration with the status quo. As soon as the current system began to struggle, there was a chance to turn the friction into a(n) – until recently unimaginable – (r)evolution. In this light, Turn Panic Into Magic takes on the political rallying cry calling for change.
Thomasse has always been interested in the civil disobedience aesthetic. His artistic career started in the graffiti scene in Eindhoven, but he has long since freed himself from its typical visual language and underlying subcultural values. He hasn’t, however, lost the foundational mentality of illegal (artistic) action. He has a lot to say about the in-between status of his work, which he describes as “too street for the museum and too museum for the street.” There are deep roots in identifying with those who use public space as a mouthpiece. Resistance, protest and riots are therefore recurring themes in his oeuvre.
For Thomasse, the aesthetic of the engagement of recent years can be found in the flight of thrown stones, cracked windows, shards of glass and shop windows boarded up with wooden panels. He sees this visual language as the translation of the zeitgeist, expressed in the form of five light boxes. The wooden housing refers to protective subframes, while the front is made of reinforced, sandblasted safety glass with the text Turn Panic Into Magic cut out. The font is original, developed by Thomasse (in collaboration with Baschz Vandewater and Michiel Schuurman) so as to minimise the significance of the typography. The light on the inside of the light boxes also breathes with the calming, anti-panic attack rhythm that Thomasse took from a Youtube video. The sleek object exudes calm, but the front has been violently battered, and the smashed glass is riddled with stars and cracks.
In the Van Abbemuseum the light boxes are stacked on top of each other in a stark white gallery space. They find resonance in the walls of this institution for modern and contemporary art, in the formal visual language and minimal art, amongst the conceptual art of Lawrence Wiener or the worlds of commerce and media as found in the text-based works of Jenny Holzer. Thomasse has been invited by the Van Abbemuseum to reflect on the museum’s collection from the perspective of his artistic practice. “I’ve appropriated the language of that art and told my own story with it.” The battered glass of the boxes leads one to think that someone has attacked a collection item. Is it a resistance to this specific piece? A call for the overthrow of the fine arts and the institution that gives it its right to exist? Or pure vandalism? Once again, the work is loaded with new connotations.
For Thomasse the work has to live outside the museum, which during the lockdowns experienced regular forced closures. During the exhibition visitors could register to adopt one of the light boxes temporarily: for a one-month period it was placed in a space of their choosing. In the motivations that were submitted, ‘panic’ was summarised as a personal, or mental or emotional battle; or, it was connected to social unrest. One mother describes her son who sees spiderwebs in the cracked windows after the riots in Eindhoven; another, the collective handling of the clean-up of glass shards from the streets in the aftermath. In ‘magic,’ people read comfort, healing or creation. A communications agency wants to motivate staff; a school wants to calm down students facing their final exams; a design course wishes to inspire students and a psychologist longs to soothe patients. The light boxes have been placed in 15 different locations so far: in private living rooms and public places like the Gemeentehuis (town hall), a bookshop, a café, a bakery and a care home. Thomasse still dreams of putting the work in a police station, the inter-religious prayer space of the Eindhoven airport, the PSV football stadium and a shop whose windows were broken during the riots.
The travelling artworks build bridges between individuals and institutions that had previously been disconnected. Thomasse thereby emphasises the existence of endless invisible networks and connections that we must cherish: the social component of the project is intended as an expression of this very fact. It also refers to the role the internet played in maintaining relationships or finding common voices in protest movements of conspiracy theories. Existing social bonds were under pressure, but at the same time solidarity seemed to blossom from unexpected places. Meanwhile, the World Health Organization declared in September 2022 that the end of the pandemic is in sight. On the surface it seems to be BAU (business as usual), but many problems that surfaced as a result of recent protests remain unsolved; the world still squeaks and creaks. Let’s not lose the sense of solidarity and confidence that ‘anything is possible’. Thomasse confirms that collectively, we can make the unimaginable a reality. Until then, we wait with bated breath.